Fatma is declaratiemedewerker bij DSW en mantelzorger voor haar ouders
Maar liefst vijf miljoen mensen in Nederland voeren de meest onzichtbare zorg uit: mantelzorg. Dat betekent dat 1 op de 3 Nederlanders een ziek familielid, vriend of kennis helpt, alsof het vanzelfsprekend is. Maar dat is het helemaal niet, het is soms gewoon heel zwaar om te doen. Fatma is één van die vijf miljoen mensen: ze werkt als declaratiemedewerker bij DSW en is mantelzorger voor haar ouders.
We zochten binnen onze organisatie een medewerker die iets over mantelzorg wilde vertellen vanuit zijn of haar eigen ervaring. Fatma reageerde met een bericht: “Ik zag jullie oproep, maar ik twijfel of ik een officiële mantelzorger ben. Ik zorg voor mijn ouders, beide 80 jaar met verschillende aandoeningen. Ze spreken geen Nederlands. Ik regel eigenlijk alles voor ze en ben er bijna iedere dag. Gelukkig woon ik op tien minuten rijden bij ze vandaan.”
Bescheidenheid, dat zie je vaker bij mantelzorgers. Ze houden ontelbare balletjes hoog, maar vinden het niet bijzonder genoeg om te benoemen. Als mantelzorger sta je vrijwillig klaar voor een familielid, vriend of buur in je directe omgeving. In het huishouden, als mentale ondersteuning of soms verpleging. Fatma Utu (42) doet dit voor haar ouders, naast haar baan als medewerker Declaraties.
De kinderen zorgen samen voor de ouders
Op het moment dat we Fatma spreken gaat het helaas een stuk slechter met haar ouders: “Mijn vader ligt op dit moment in het ziekenhuis omdat hij door diabetes geen doorbloeding heeft naar zijn tenen. Door deze ziekte ziet hij sowieso bijna niks meer. Hij is dus ontzettend afhankelijk van anderen. Mijn zussen en ik zijn daar dagelijks om de beurt aanwezig, ook op onze vrije dagen. We zorgen dat er eten klaar staat en de verzorging gedaan is. Daarnaast help ik mijn ouders nog met hun papierwerk.En nu ga ik dus veel richting het ziekenhuis. Mijn moeder heeft daarnaast op dit moment galstenen, dus die wordt binnenkort geopereerd.”
En dan heeft Fatma nog een eigen gezinsleven met twee tieners thuis: “Hoe ik dat allemaal volhoud? Ja, het is zwaar, ik heb ook zo mijn momenten. Maar het verandert de situatie niet. Gelukkig doe ik het niet alleen: ik heb zussen en een broer die contact hebben met mijn ouders of met ze meegaan naar afspraken. We overleggen in een groepsapp wie er langs pa en ma gaan en wie wat doet. En als het me even teveel wordt dan zeg ik dat ook tegen de rest en dan neemt een ander de taken over. Toch ben ik het eerste aanspreekpunt: ik denk ook dat ik het meeste geduld heb met mijn ouders."
Collega’s denken mee
Hoe combineert Fatma al die zorgen met haar werk bij DSW? “Ik kan in mijn handjes wrijven met mijn collega’s van team Declaraties Paramedie en een begripvolle teamleider. Altijd vragen hoe het gaat, altijd behulpzaam. Ik vind het fijn dat ik erover kan vertellen, want soms zit het echt hoog en kan ik me slecht concentreren. Ze denken altijd mee. Zo bedachten we gisteren hoe mijn vader kan lopen als een deel van zijn voet mist. Toen kwamen we op een wandelstok met drie poten. Ik heb het gelijk besteld bij de leverancier.”
Fatma gelooft dat haar inzet niet voor niets is: “Als gelovig mens zeg ik altijd maar: een kleine daad van zorg is een grote daad van liefde. De dingen die ik nu doe, krijg ik hopelijk in een volgend leven terug.”